Gemeenten: neem het voortouw, start met ontwikkelen!

In 2021 krijgen gemeenten nog nadrukkelijker de regierol om bij iedereen een acceptabel aanbod voor duurzame warmte op de deurmat te laten vallen, vastgelegd in Warmtewet 2.0. Moeten we dan maar afwachten tot deze nieuwe wet? Of hebben gemeenten nu al de mogelijkheid de warmtetransitie te sturen op maatschappelijke meerwaarde?

 

De warmtetransitie is een grote opgave: in weinig tijd (30 jaar) moeten we veel (8 miljoen) gebouwen van het aardgas halen. Dat vraagt niet om de ultieme waarheid en plannen die onderbouwd zijn tot achter de komma, maar om te zoeken naar wat er ‘voor de komma’ speelt en hoe we daar versnelling in kunnen brengen.

In Nederland woont bijna iedereen dicht bij zijn buren en daarom ligt een warmteoplossing samen met diezelfde buren voor veel omgevingen voor de hand. Gezamenlijke oplossingen vragen eigenlijk altijd om infrastructurele keuzes, bijvoorbeeld over de vraag of er een aparte infrastructuur moet komen voor warmte en koude. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de recent gedeelde Leidraad die per gemeente hele gebieden aanwijst als kansrijk voor collectieve duurzame warmte met een eigen infrastructuur. Gemeenten hebben een doorslaggevende stem in de keuze voor aardgasvrije infrastructuur. Er zijn maar weinig gemeenten die zelf daarvoor de ontwikkeling, investering of exploitatie willen dragen.

Dat betekent dat zij verschillende partijen zoeken die dat aanbod voor hen kunnen verzorgen: ontwikkelaars, investeerders en beheerders. Ontwikkelaars bedenken en concretiseren waar duurzame warmte geleverd kan worden. Investeerders nemen het financiële risico op het langjarig renderen van deze warmtelevering. Beheerders zorgen voor het operationele risico van continuïteit en kwaliteit van levering. Daarbij geldt: zonder ontwikkeling, niets om in te investeren en zonder investering, niets om te beheren.

Doordat de ontwikkeling en realisatie van een collectieve warmteoplossing een doorlooptijd van meerdere jaren heeft, is het mogelijk om nu te starten met de ontwikkeling van een gebied zonder alle aspecten al tot achter de komma vast te leggen. Een gemeente kan zo op een later moment nog kiezen voor de precieze omlijning van het “warmtekavel” en de vorm waarin die wordt uitgegeven, het marktmodel. Dit biedt de kans om met de ontwikkeling te starten, zonder dat je als gemeente precies weet hoe eigendom en zeggenschap geregeld worden. Door niet te wachten op de ultieme waarheid, versnel je de warmtetransitie in je eigen gemeente.

Gemeenten kunnen nu al het voortouw nemen om te starten met het ontwikkelen van warmtesystemen met een hoog maatschappelijke meerwaarde. Greenvis heeft een groot aantal plekken gelokaliseerd waar nu al gestart kan worden met het ontwikkelen van duurzame warmtesystemen. Gaan we samen aan de slag? Vandaag?