Maak kennis met Frits Verheij, directeur van Greenvis

Al sinds zijn 18e is hij gegrepen door energievraagstukken. Het was 1978 en geopolitiek speelde ook toen een grote rol in het energiebeleid. “Ik wilde bijdragen aan een energievoorziening die draait op hernieuwbare energie en niet afhankelijk is van aardolie en andere fossiele energie. Toen heette dat nog ‘alternatieve energie’. Die interesse heeft mijn studiekeuze bepaald en is een rode draad door mijn carrière”. Na 20 jaar windenergie en 10 jaar smart grids en aanverwante onderwerpen, is hij 6 jaar geleden in de wereld van aardgasvrije wijken gedoken. En dan vooral op innovatieve duurzame collectieve warmtesystemen. 

Momentum voor een boost

“De warmtetransitie staat de laatste 2-3 jaar goed op de agenda. Maar vergeleken met de aandacht die al ruim drie decennia naar de verduurzaming van de elektriciteitsvoorziening gaat, is er nog wel een flinke inhaalslag te maken. Er is momentum voor een boost. Veel inwoners en bedrijven willen een alternatief voor aardgas sinds Rusland de oorlog in Oekraïne is gestart. 

Recent TNO-onderzoek toont dat de ontwikkeling naar aardgasvrije wijken complex is en veel communicatievaardigheden van de betrokken professionals vereist. Het resultaat is echter uitstekend: een gemiddelde score van 8,7 bij de betrokken bewoners. Een tweede aanwijzing is de drive bij alle partijen in de hele keten van collectieve warmte om warmtenetten te realiseren. En tenslotte maakt nieuw instrumentarium van de rijksoverheid financieel meer en meer mogelijk”. 

Samenwerking als rode draad

Samenwerking tussen uiteenlopende partijen organiseren en helpen vorm te geven, is een tweede rode draad in Frits’ carrière. “Samen kom je tenslotte verder. Bovendien klinkt het tegenstrijdig om alleen te werken aan collectieve warmte”. 

Toch staan niet alle signalen op groen. “Zo zie ik nog een tweedeling in onderlinge verhoudingen. Aan de ene kant staan partijen soms lijnrecht tegenover elkaar, vooral in de discussie rondom de nieuwe warmtewet. Dat vind ik begrijpelijk, omdat de belangen groot zijn en de meningen over de inrichting van de warmtemarkt sterk uiteenlopen. Dit vereist dus nog wel wat massagewerk voor er een oplossing op tafel ligt die voor alle partijen op zijn minst acceptabel is. 

Aan de andere kant is er een steeds intensievere samenwerking tussen verschillende (type) partijen. Het wederzijdse begrip heb ik zien groeien tijdens de uitvoering van het WarmingUP Innovatieplan. De afgelopen maanden merk ik dat ook tijdens de gesprekken over de ontwikkeling van warmtenetten in de zogenaamde vliegwielprojecten van NieuweWarmteNu! (NWN!)”. 

Tijd voor de volgende fase van de warmtetransitie

Ondanks de zorgen die er zijn over de hoge kosten voor energie en de terechte aandacht voor energiearmoede, is Frits optimistisch over de warmtetransitie. “De 2030-doelen voor collectieve warmte zijn ambitieus, maar 3 tot 5x meer warmtenetten per jaar aanleggen dan in de afgelopen jaren is volgens mij goed mogelijk. En dat uiteraard met duurzame bronnen en tegen acceptabele kosten. Het is dus tijd voor de volgende fase van de warmtetransitie, de uitvoeringsfase. 

Omdat ik partijen graag wil helpen bij de concrete ontwikkeling van duurzame collectieve warmtesystemen, maak ik de overstap van TNO naar De WarmteTransitieMakers en Greenvis. Daar start ik begin april als directeur van Greenvis. Ook in mijn nieuwe rol zal ik de samenwerking met andere partijen blijven opzoeken. Daarbij maak ik graag gebruik van de creativiteit en het innovatievermogen van mijn nieuwe collega’s, en van aanvullende expertise van andere experts. Ik heb zin in zowel mijn persoonlijke transitie als de gezamenlijke warmtetransitie”.