“Lessen uit een warm Finland”

De studiereis van Stichting Warmtenetwerk ging dit jaar naar Finland om kennis te maken met deze pragmatische warmtemarkt, Greenvis was er ook bij! Mark Wolf vertelt.

 

Een warmtenet is verreweg het meest gebruikte alternatief voor het verwarmen van de gebouwde omgeving in Finland. De Finnen maken al sinds 1950 gebruik van warmtenetten en in bijna elke stad of dorp van formaat is er wel een te vinden.

Op de Finse warmtemarkt voorzien warmtenetten in bijna 50% van de totale warmtevraag, 95% van de grote gebouwen is aangesloten op een van de ruim 200 warmtebedrijven welke samen ruim 120 PJth  per jaar leveren. Van de grondgebonden woningen wordt ongeveer 10% van warmte voorzien door een warmtenet.

Net als vorig jaar werd de studiereis verdeeld over 2,5 redelijk volgepakte dagen. Daarbij werd veel leren gecombineerd met veel gezelligheid en weinig slaap. Ook kreeg ik de kans om 50 klanten, partners, collega’s van andere bedrijven en overheden op een hele andere manier te leren kennen.

Het viel de eerste dag direct op dat de Finnen ontzettend pragmatisch met warmte omgaan. Als ze warmte nodig hebben, dan gaan ze doorgaans voor het makkelijkste en goedkoopste alternatief. Naast collectieve warmte zijn elektriciteit (17%), een warmtepomp (15%), hout, (13%) en olie (8%) veel voorkomende opties. Voor warmtenetten halen de Finnen warmte uit bijna alles dat brandt, zoals biogas en -massa, aardgas, olie, diesel, LNG, LPG, kolen, turf en afval. Daarnaast haalt men ook warmte uit elektriciteit, industriële restwarmte en zelfs nucleaire restwarmte.

De meest gebruikte primaire energiedrager voor de warmteproductie is houtige biomassa. De Finse collega’s verzekerden ons dat er netto geen enkele boom verloren gaat ten behoeve van de warmteproductie. Het eerste geothermieproject wordt medio 2020 verwacht in Espoo.

Figuur 1 – Een paar statistieken van FinDHC, elk punt is een warmte-installatie.

Duurzaamheid

De Finse overheid wil dat het land in 2035 koolstofneutraal is. Enkele gemeenten hebben deze ambitie verder aangescherpt. Een ambitie die te herkennen is aan het verlagen van de koolstofemissies voor warmteproductie. De afgelopen tien jaar met 26% naar ongeveer 40 kg CO2/GJth in 2018[1]. De verwachting is dat deze nog minimaal halveren voordat het 2030 is.

De gemeente Turku is de uitdaging aangegaan om voor die tijd al volledig onafhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen. Zij willen in 2029 klimaatneutraal zijn. Het warmtebedrijf Turku Energia Oy heeft al een enorme bijdrage aan deze ambitie geleverd door in de afgelopen vier jaar de warmteproductie te verduurzamen met nieuwe biomassa installaties en een 42 MWth warmtepompcentrale.

[1] Ter vergelijking, in Nederland stoten we ongeveer 36 kg CO2 per GJ uit wanneer de warmte uit een STEG komt.

Aansluiten op het net?

Ook hier komt het pragmatisme van de Finse warmtetransitie goed uit de verf. De klassieke manier van de meeste warmtebedrijven om een aansluiting te realiseren is erg simpel: als aansluiting betaal je alle kosten die ervoor nodig zijn om de warmte naar je woning te kunnen brengen en af te leveren. Dit betekent zelf betalen voor het leidingwerk en de afleverset en het onderhoud van de gebouw gebonden installatie. In het begin een relatief hoge investering maar daar staat doorgaans een laag warmtetarief tegenover in vergelijking met de andere opties. Warmtebedrijven in Finland bieden steeds vaker de optie om de investering af te schrijven binnen de looptijd van de leveringsovereenkomst en om het eventueel te combineren met een servicecontract voor het afleverpunt.

Transparante tarieven

De warmtetarieven zijn in tegenstelling tot Nederland niet gereguleerd door een onafhankelijke toezichthouder (zoals onze ACM). Daarnaast is er geen specifieke warmte-wetgeving, het staat de ruim 200 warmtebedrijven vrij om hun tarieven zelf vast te stellen. De overheid stelt als enige voorwaarde dat de totstandkoming van de tarieven volledig transparant moet zijn en dat er geen onderscheid gemaakt wordt in de tarieven voor klein- of grootverbruikers. De tarieven van de 209 warmtebedrijven moeten zoveel mogelijk op de kosten zijn gebaseerd en bestaan klassiek uit twee componenten: een capaciteitsvergoeding (vastrecht) en consumptievergoeding.

De tarieven tussen de warmtebedrijven verschillen enorm, afhankelijk van de specifieke operationele kosten (productie basis- en pieklast, transport, cost-to-serve). Het gemiddelde jaarlijkse warmtetarief van alle warmtebedrijven is ongeveer 24 €/GJth (inclusief 24% BTW), daarvan is ongeveer 2,65 €/GJth de capaciteitsvergoeding. In Nederland is dit het vastrecht (€ 318,95 per jaar en ongeveer 7,5 €/GJth)[2]. De verschillen tussen de warmtebedrijven in Finland zijn groot en klanten betalen per seizoen een ander tarief. Bij het duurste net kost het in de winter €30/GJth om je huis warm te houden. Het verschil tussen de zomer en winterprijs kan dus gerust 10 €/GJth zijn. In Nederland mogen warmtebedrijven aan een gemiddelde woning ongeveer 36,- €/GJth vragen voor het vastrecht en de consumptievergoeding. Daar staat tegenover dat de aansluitbijdragen, die er aan de voorkant in moeten, zijn over het algemeen lager zijn.

[2] Op basis van 1.340 m3 aardgas per jaar https://www.milieucentraal.nl/energie-besparen/snel-besparen/grip-op-je-energierekening/gemiddeld-energieverbruik/ en 90% ketelrendement.

Figuur 2 – Gemiddelde tarieven van de ruim 200 verschillende warmtebedrijven, voorbeeld van warmtebedrijf Imatran, ongeveer 21 €/GJ (van €/MWh à €/GJ is delen door 3,6).

Publieke bedrijven

Een ander belangrijk verschil met de Nederlandse warmtemarkt is dat ruim 90% van de warmtebedrijven in handen is van lokale overheden, hoofdzakelijk de gemeentes in het verzorgingsgebied van het warmtebedrijf. De warmtebedrijven opereren als zelfstandige bedrijven. De aandeelhouders hebben inspraak in de richting en strategie, maar het bestuur beslist uiteindelijk de daadwerkelijk route zodat men kan sturen op een gezonde bedrijfsvoering. Warmtebedrijven in Finland zijn in staat te ontwikkelen met minimale subsidies van de overheid: voornamelijk banken financieren nieuwe uitbreidingen en aanpassingen aan de netten. Ondanks de ogenschijnlijk lage tarieven is het gemiddeld rendement van een Fins warmtebedrijf 8%, deze winsten komen ten goede van de gemeenschap die wordt bediend door het warmtenet. Hierdoor ontstaat een soort kostprijsplus-model wat veel doet denken aan het Deense model waar we tijdens de studiereis van vorig jaar kennis mee hebben gemaakt.

De pragmatische houding van de Finse warmtesector is erg inspirerend en ik ben benieuwd welk lessen we in Nederland kunnen toepassen om onze warmtetransitie te versnellen!

Ik wil graag de organisatie (Emmi Koskimies, Wim Mans, Alyssa van Dansik, Maurice Verhulst en het bestuur van Stichting Warmtenetwerk) hartelijk bedanken voor het mogelijk maken van deze reis!