Hoe wordt Utrecht in 2040 verwarmd?
De gemeente Utrecht maakt werk van de warmtetransitie. Met een warmtevraag van ca. 8,3 PJ per jaar is dit geen kleine opgave. Om een objectief en helder beeld te krijgen van de kansen voor verduurzaming heeft Greenvis een verkennende studie gedaan naar hernieuwbare warmtebronnen in de gemeente, want grote opgaven vragen grote oplossingen.
Naast het oudste warmtenet van Nederland (in 2023 100 jaar!) en een Universitair warmtenet op het Utrechts Science Park (USP), wordt nog ca. 70% van Utrecht verwarmd met gebouwgebonden ketels op aardgas. Welke bronnen kunnen de bestaande warmte-infrastructuur duurzaam voeden op een geschikte (lees: voldoende hoge) temperatuur, en welke bronnen kunnen worden aangesproken om de resterende warmtevraag ook duurzaam in te vullen?
Greenvis heeft de mogelijke antwoorden op deze vragen op een rijtje gezet en geanalyseerd voor de Utrechtse situatie. Daaruit blijkt dat hoogwaardige (potentiële) warmtebronnen ofwel technisch onzeker zijn (geothermie), relatief klein zijn (restwarmte) of concurrentie hebben van andere toepassingen/sectoren (zoals zonthermie, biomassa, Power2Heat). Laagwaardige warmtebronnen (thermische energie uit oppervlaktewater/afvalwater en ondiepe geothermie) zijn in potentie zeer groot, maar technologisch moet er nog veel geleerd worden. Bovendien zijn elektrische hulpenergie en matige tot verregaande isolatie noodzakelijk om deze laagwaardige warmtebronnen op grote schaal te kunnen benutten in de gebouwde omgeving.
Nu de technische potentie en eigenschappen bekend zijn is de volgende vraag: wanneer komen deze bronnen dan beschikbaar? Veel hangt af van enerzijds technologische triggers en anderzijds bestuurlijke keuzes. Een aantal daarvan liggen binnen de invloedssfeer van de gemeente, andere niet. Het is nu zaak voor de gemeente om te sturen op die ontwikkelingen die binnen de eigen invloedssfeer liggen en de triggers buiten hun invloedssfeer nauw in de gaten te houden.
Naast de warmtebronnen zelf biedt onze studie ook lokaal inzicht in de (mis)match tussen warmtevraag en -aanbod op buurtniveau. Een shortlist van beschikbare of realistisch denkbare bronnen is per Utrechtse buurt opgesteld, als input voor de complete analyse en afweging voor de warmtetransitie. Om duurzame warmtebronnen optimaal te benutten is warmte-opslag een belangrijk concept. Daarom hebben we ook een analyse gemaakt van de capaciteit van en vraag naar bodemenergiesystemen (als LT-warmte-opslag).
We hebben tenslotte alle analyseresultaten samengevat in een aantal mogelijke scenario’s naar een duurzaam verwarmde stad Utrecht. De gemeente heeft deels in de hand welke van deze scenario’s werkelijkheid wordt en heeft de opgave om voor eind 2021 (net als alle andere gemeenten in Nederland) het transitiepad naar aardgasvrij in 2050 vast te leggen in de transitievisie warmte.
Bent u ook benieuwd naar de meerwaarde van een gedegen bronnenanalyse in uw gemeente naast bestaande onderzoeken zoals de Regionale Energiestrategie (RES) en de ‘Leidraad’ vanuit het Expertisecentrum Warmte? Neem dan contact op met Daniël de Greef.