Overzicht van duurzame warmtenetten in Nederland
Er staan veertien goedgekeurde EMG-verklaringen in het overzicht van duurzame warmtenetten: de publieke landelijke database van Bureau CRG. Termen als ‘EOR’ en ‘EMG’ hoort u steeds vaker en helpen in de waardering van een duurzaam warmtenet. Maar waar staan de afkortingen voor? En belangrijker, wat kunt u ermee? We leggen het u graag uit.
Equivalent opwekrendement
De benodigde hoeveelheid fossiele energie voor de door een warmtenet geleverde warmte wordt kwantitatief gemaakt met de bepaling van het equivalent opwekrendement (EOR). Het EOR geeft de verhouding aan tussen warmte die geleverd wordt door een warmtenet en de totale hoeveelheid primaire energie (fossiele brandstof) die hiervoor gebruikt is. Hoe hoger het EOR van een warmtenet, hoe minder primaire (fossiele) energie gebruikt wordt voor het leveren van dezelfde hoeveelheid warmte, dus hoe duurzamer het net. De hoogte van het EOR is afhankelijk van het rendement van de warmteopwekkers, de gebruikte brandstof, de efficiënte inzet van duurzame opwekkers en het warmteverlies in de leidingen. Het EOR heeft geen directe link met de CO₂ uitstoot van de warmteopwekking.
EOR in EMG-verklaring
Het EOR kan volgens de norm NVN7125 worden vastgelegd in een EMG verklaring (Energie Maatregelen op Gebiedsniveau) die door bureau CRG officieel wordt goedgekeurd en in een openbare database wordt opgenomen. Het EOR dat is opgenomen in een goedgekeurde EMG verklaring wordt gebruikt in de berekening van de EPC (Energieprestatie Coëfficiënt) en Energie Index van aangesloten gebouwen. Deze energie-indicatoren zijn vaak de graadmeter voor toekenning van subsidies (onder andere de STEP subsidie).
Een EOR van 1 staat voor een opwekrendement van het warmtenet van 100 procent. Het opwekrendement van gasketels in woningen ligt tussen 90 en 96 procent (op bovenwaarde). Het rendement van warmtenetten ligt over het algemeen hoger dan het rendement van individuele gasketels omdat het warmtenet in de meeste gevallen gestookt wordt met een duurzame brandstof (biomassa, biogas, e.a.) of met restwarmte dat vrijkomt bij elektriciteitsproductie of afvalverbranding.
Bepalingsmethode
Er wordt meestal onderscheid gemaakt tussen het primaire en het secundaire warmtenet. Het primaire net is direct aangesloten op de belangrijkste warmte-opwekker en levert direct aan grote afnemers en zogeheten warmteoverdrachtsstations. Het net achter een warmteoverdrachtsstation wordt het secundaire net genoemd. Het EOR van een secundair net kan lager liggen omdat er meer warmteverlies plaatsvindt tussen de opwekker en de afnemers aan het secundaire net. Er kan ook voor worden gekozen om een warmtenet als één geheel te beschouwen, waardoor één EOR geldt voor alle aansluitingen.
Ranglijst
Greenvis heeft de EMG-verklaringen uit de database in een ranglijst gezet. Op de eerste plaats staat het warmtenet van Alkmaar met een EOR van 13,95 en is daarom op dit moment het meest duurzame warmtenet van Nederland. Dat het overzicht van duurzame warmtenetten een actueel karakter heeft, blijkt uit het feit dat de media (Energeia, De Gelderlander en Omroep Ede) de opgestelde lijst hebben overgenomen en gepubliceerd.
EMG verklaringen door Greenvis
In opdracht van onder andere Ennatuurlijk, Het Groene Net, Warmtestad Groningen en MPD Holding heeft Greenvis voor warmtenetten in de gemeentes Ede, Venlo, Tilburg, Breda, Groningen, Eindhoven, Enschede en Helmond een EMG-verklaring opgesteld. Zodra de EMG verklaring is opgesteld is het jaarlijks monitoren van de duurzaamheid van warmtenetten en het opstellen van duurzaamheidsverslagen belangrijk. Greenvis doet dit voor vele van haar opdrachtgevers. Een jaarlijkse monitoring van de duurzaamheid is een van de verplichtingen die volgt uit de hernieuwde warmtewet, die waarschijnlijk in 2017 wordt ingevoerd. Voor meer informatie over een EMG verklaring of over de jaarlijkse monitoring, kunt u contact opnemen met Mark Wolf.