Een kijkje in de keuken bij bewoners thuis

Jordi van der Velden brengt als engineer de kosten om een woning op een warmtenet aan te sluiten in beeld. Dat doet hij tijdens een technische schouw op locatie, waarmee hij achter de voordeur van bewoners komt. Hoe kijken zij naar de energietransitie? En hoe beïnvloeden zijn ervaringen onze aanpak? Hij vertelt erover in zijn blog.

Sinds 1951 gebruiken we in Nederland aardgas voor verwarming van onze huizen. Het 100-jarig jubileum gaan we echter niet halen. Hoewel 2050 nu nog ver weg klinkt, is één ding zeker: het pannetje aardappelen zal niet meer pruttelen boven de nostalgische blauwe vlammen. Veel woningen zijn straks aangesloten op een warmtenet.

De vragen van bewoners

Wanneer we bij bewoners over de vloer komen, zien we veel contrasten naar voren komen. Waar we aan de ene kant een laaiend enthousiaste bewoner treffen, staat er aan de andere kant een kritische bewoner met veel vragen tegenover. De vragen en argumenten die wij bij veel bewoners zien terugkomen zijn als volgt:

• De enthousiaste bewoners.
  • Zij geven aan al veel met verduurzaming bezig te zijn.
  • Ze zijn blij met een grotere brandveiligheid, want over het eigen gastoestel of die van de buren maken zij zich nog wel eens zorgen.
  • Ze vinden het een fijne gedachte om ontzorgd te zijn van het onderhoud van het gastoestel.
• Bewoners met veel vragen en/of een kritische noot.
  • Zij vragen zich af of de energie wel zo duurzaam is als wordt beweerd.
  • Zij vragen zich af wat ze gaan betalen als ze overgaan op een warmtenet.
  • Ze vragen zich af wat ze gaan betalen wanneer ze voor nu aangesloten blijven op het gasnet.

Tevens is het merkbaar dat beide type bewoners het erg fijn vinden om naast een praatje over wat de kinderen nu weer uitgespookt hebben, ook het gesprek aan te gaan over de dingen die de mensen dwars zit of enthousiast over worden in de energietransitie.

Figuur 1: Jordi (vierde vanaf links) tijdens een inventarisatie bij bewoners

Mag ik even binnenkomen?

Bij de mensen thuis komen, betekent dat er een technisch team onder leiding van de gemeente langskomt. In de projecten Pendrecht-Zuid en Reyeroord (beide in Rotterdam) is er gekozen voor een tweeledige aanpak om bij mensen thuis te komen. De aanpak bestaat uit:

• De bewoner geeft zichzelf op. Dit is perfect, want hierdoor kan een planning gemaakt worden en komt het team niet voor een dichte deur te staan.
• Er wordt aangebeld bij vooraf specifiek gekozen woningtypes. Het is afwachten of er iemand thuis is. Zo ja, dan is het vaak een gastvrije bewoner, die maar al te graag wil meehelpen. De bewoners zijn van te voren door de gemeente middels een brief op de hoogte gesteld dat er bij hen mogelijk aangebeld wordt voor een schouw.

Opvallend detail is dat bij de bewoners die zich niet vooraf hebben opgegeven, wij een neutralere reactie krijgen dan twee eerder aangehaalde bewoners. Dit type bewoner heeft vaak geen of maar een beperkt aantal vragen en er wordt vaak aangegeven dat ze de resultaten via de gemeente graag tegemoet zien.

Leren van inventariseren

Dankzij het grote aantal door ons uitgevoerde schouwingen en de ervaringen met verschillende type bewoners, hebben we de kans gekregen om onze schouwmethodiek te optimaliseren. Deze heeft nu twee belangrijke speerpunten:

1. Een gedegen uitgebreide voorbereiding scheelt enorm veel tijd in de uitvoering.
2. Een goede methodische indeling van woningtypes zorgt voor een beter resultaat en beeld van de wijk.

Door uitgebreid bronnen te raadplegen zoals Funda en tekeningen verkregen via de gemeente kan er een goede invulling gegeven worden aan beide speerpunten.