Datacenters als potentiële restwarmtebron
Het is geen nieuws dat Nederland een belangrijke toegangspoort tot Europa en andere continenten is. Niet alleen dankzij de logistiek, maar zeker zo belangrijk zijn de talrijke en het groeiend aantal datacenters in ons land. Deze vormen gezamenlijk één van de belangrijkste digitale hubs van de wereld.
Nederlandse datacenters produceren restwarmte die in 2030 goed is om 2 miljoen huishoudens te verwarmen. Hierdoor liggen er kansen om deze ongebruikte restwarmte nuttig in te zetten. Volgens de Dutch Datacenter Association (DDA)-directeur Stijn Grove ontbreekt het nu aan “een centrale aanjager” die alle belanghebbende partijen lokaal verenigt. Greenvis wil deze rol oppakken en samen met DDA de eerste pilots op korte termijn een kickstart geven.
Iedere dag maken we, al dan niet bewust, gebruik van datacenters. In de toekomst zal het gebruik en daarmee het aantal datacenters in Nederland substantieel groeien. De ontwikkeling van digitale media, artificial intelligence en robotisering is de reden voor de groei.
Om de voorspelde groei van datacenters in Nederland te kunnen realiseren, moeten twee grote obstakels worden aangepakt: de toenemende schaarste aan (groene) stroom en opgelegde duurzaamheidscriteria door de overheid met betrekking tot de koeling van datacenters. Circa 90% van de stroom die datacenters gebruiken wordt uiteindelijk omgezet naar warmte welke vandaag verloren gaat. De uitdaging is om naast het energieverbruik ook de koeling van datacenters te verduurzamen. Dat kan door een duurzame koeltebron in te schakelen, zoals drinkwater, of door de geproduceerde restwarmte nuttig te hergebruiken.
Brandbrief DDA aan kabinet
De Dutch Datacenter Association (DDA) is de brancheorganisatie van datacenters in Nederland. In het voorjaar van 2017 stuurden zij een brief naar het kabinet waarin ze hun restwarmte gratis aanboden aan warmtebedrijven. Eén jaar later zijn er nog steeds geen grootschalige projecten van de grond gekomen. Reden om urgentie bij het kabinet te claimen en concrete projecten te gaan ontwikkelen. Greenvis en DDA hebben elkaar daarin gevonden om de uitdaging te concretiseren.
Om geloofwaardigheid te scheppen is een pilotproject nodig en dat is waar Greenvis een grote bijdrage zal leveren. Greenvis is met meerdere individuele datacenters in gesprek om mogelijkheden te verkennen naar concrete ontwikkeling van een duurzame warmtenet dat gevoed wordt met de restwarmte van een datacenter. Hieruit dient minimaal een pilotproject ontstaan om aan de andere datacenters inzichtelijk te maken wat er mogelijk is. Tegelijkertijd worden de geleerde lessen in het proces vanuit een datacenter beschreven en gedeeld. Het herhaalpotentieel is veelbelovend. In theorie zouden de datacenters een miljoen huishoudens van warmte kunnen voorzien. Letterlijk duurzame warmte die nu verloren gaat.
Een veelgehoorde tegenwerping aan het adres van restwarmte is leveringszekerheid en toekomstbestendigheid. Echter, datacenters draaien 24/7, hebben amper uitval en zijn seizoen onafhankelijk. In de toekomst zal de IT infrastructuur van datacenters verbeteren en efficiënter worden. Tegelijkertijd wordt de vraag naar deze infrastructuur heel snel groter, waardoor de hoeveelheid restwarmte hieruit binnen afzienbare tijd zeker zal toenemen.
DDA-directeur Stijn Grove pleit onder meer voor “slimmere” stimuleringsmaatregelen. “We moeten over de eerste drempel heen, een aantal projecten van de grond krijgen, daarvan leren”, aldus Grove die denkt dat er meerdere marktpartijen zullen opstaan die hierin willen investeren. Greenvis gaat onderzoeken hoeveel restwarmte beschikbaar is per datacenter. Het onderzoek kijkt naar de bestaande en nog nieuw te ontwikkelen datacenters. Greenvis focust daarbij op de toepasbaarheid van lage temperatuur om gebouwen mee te verwarmen.
Greenvis is trots om samen met de DDA en haar leden te werken aan een toekomst waarin de IT-sector en de duurzame warmtesector elkaars groei versnellen. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.
Wilt u meer weten over datacenters als restwarmtebron? Neem dan contact op met Daniël De Greef.