Lage-temperatuurnetten zijn de toekomst

Gebouwde omgeving kan stapsgewijs naar lage-temperatuurnetten

Kan de gebouwde omgeving collectief overstappen van verwarming op hoge temperatuur naar verwarming op lage temperatuur? En hoe? Deze vraag stelden TKI Urban Energy en RVO aan Ecofys en Greenvis.

De warmtetransitie in Nederland

Nederland gaat de komende decennia minderen in het gebruik van aardgas voor het verwarmen van woningen en andere gebouwen en moet overstappen op alternatieve, duurzame warmte. Dit kan door gebruik te maken van duurzame warmtebronnen als rest- en zonnewarmte. Maar ook door warmte te halen uit bijvoorbeeld supermarkten, datacenters en ondiepe bodemwarmte. Omdat deze bronnen warmte leveren op temperaturen onder de 60°C in tegenstelling tot de 90°C in veel bestaande warmtenetten, vraagt de ontsluiting van deze bronnen om doordachte keuzes in uitvoering van zowel de netten als in de gebouwen zelf.

Greenvis en Ecofys hebben onderzocht wat er voor nodig is om de lage-temperatuurnetten te kunnen inzetten in de gebouwde omgeving, welke stappen er gezet moeten worden en wat de consequenties hiervan zijn.

Ervaring met lage-temperatuurnetten (LT-netten) in Nederland positief

“In Nederland is een klein aantal LT-netten actief die naar volle tevredenheid van de afnemers functioneert”, aldus Edwin van Vliet van Greenvis. “We zijn bijvoorbeeld betrokken bij het LT-net in de gemeente Roosendaal waar een ROC op het warmtenet is aangesloten. De ervaringen van de betrokken partijen zijn dusdanig positief dat onlangs besloten is om het LT-net verder uit te breiden naar omliggende gemeentelijke gebouwen en een nieuwbouwproject voor 50 nieuwe vrijstaande woningen. Een ander voorbeeld is de gemeente Hengelo; hier worden op korte termijn woningen aangesloten op het LT-net dat voorzien wordt door de restwarmte van Akzo.”

Veel aandacht vanuit gemeenten

Juriaan van Tilburg van Ecofys: “Ik zie dat er veel aandacht is vanuit gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars voor een energieneutraal gebouwde omgeving. Voor nieuwbouw zijn er afgelopen jaren diverse oplossingen ontwikkeld, maar bij de bestaande bouw liggen nog uitdagingen om woningen te verduurzamen. Collectieve warmte met duurzame bronnen kan hier een heel goede oplossing bieden, maar er is nog veel onbekendheid bij lokale partijen. In de energietransitie spelen duurzame warmtenetten een belangrijke rol. Waar een afvalverbrandingsinstallatie of gascentrale hoge temperatuur warmte levert, ligt de temperatuur van duurzame bronnen vaak een stuk lager. Lage-temperatuurnetten stellen ons in staat om duurzame bronnen, zoals stedelijke restwarmte, zonnewarmte en bodemwarmte beter te benutten.”

Of het overstappen naar lage-temperatuurnetten de beste oplossing is, is afhankelijk van beschikbare warmtebronnen, de beschikbare infrastructuur en de bebouwingsdichtheid.

“De noodzaak om vooruit te plannen en vaart te maken is groot, zeker voor die gebieden die nu nog op gas aangesloten zijn of op een warmtenet gevoed door een fossiele energiecentrale”, aldus Lianda Sjerps-Koomen van TKI Urban Energy.

Geïnteresseerd in de onderzoeksresultaten? Klik hier om ze te downloaden .

U kunt ook direct contact opnemen met Edwin van Vliet.